Alle voorzienbare risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van grote betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of het eigen vermogen, worden als risico aangemeld.
Risico’s kunnen als volgt worden ingedeeld:
- risico’s voortvloeiend uit het eigen beleid;
- risico’s voortvloeiend uit beleid van hogere overheden;
- risico’s voortvloeiend uit samenwerkingsverbanden;
- risico’s voortvloeiend uit het handelen van derden;
- risico’s voortvloeiend uit voor de gemeente niet te beïnvloeden ontwikkelingen.
a. Risico's voortvloeiend uit eigen beleid
Garanties | Door de gemeente zijn garanties afgegeven voor geldleningen die door verenigingen of instellingen binnen de gemeente zijn aangegaan. Als de geldleningen niet worden terugbetaald door de verenigingen of instellingen, dan wordt de gemeente hiervoor aansprakelijk gesteld.
Gennep heeft voorts twee garantstellingen afgegeven voor leningen aan de Stichting INTOS. Betaling van de rente en aflossing van deze leningen zijn gegarandeerd, het risico is nihil.
OPEN EINDE REGELINGEN | De gemeente kent veel taakvelden met open-einde-regelingen. Te denken valt aan de Wet Werk en Bijstand, leerlingenvervoer en Wet Sociale Werkvoorziening. Door de decentralisaties in 2015 heeft de gemeente veel nieuwe taken gekregen in het sociaal domein. De uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Jeugdzorg. Ook dit zijn open einde regelingen met plotselinge instroomfluctuaties en soms erg dure individuele voorzieningen. Om deze onzekerheden en risico’s te dempen houden we een bestemmingsreserve aan.
Sociaal domein | Door de drie decentralisaties is een verruiming ontstaan van taken en verantwoordelijkheden op het gebied van Jeugdzorg, Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet, kortweg sociaal domein. Bij het opstellen van de begroting wordt een inschatting gemaakt van de verwachte kosten. De ontvangen middelen vanuit het rijk zijn niet toereikend en daarom heeft het rijk In 2022 voor jeugdzorg incidenteel middelen toegekend. De WMO en Jeugdzorg producten zijn regionaal opnieuw aanbesteed in 2021. Mogelijk levert dit een kostenvoordeel op, dit zal in 2023 duidelijk worden. Voor eventuele tegenvallers binnen het sociaal domein is een bestemmingsreserve beschikbaar.
Planschade | Elke planologische maatregel als bedoeld in artikel 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) kan leiden tot planschade. De WRO maakt afwenteling van planschade op een initiatiefnemer mogelijk. Om het risico op planschade zoveel mogelijk te beperken, is het binnen de gemeente Gennep gebruikelijk om voorafgaand aan toepassing van ruimtelijke procedures, waarbij schade niet kan worden afgewenteld, onderzoek te (laten) verrichten naar mogelijke schade die het gevolg kan zijn van de betreffende procedures (de zogenaamde planschaderisico-inventarisatie). Binnen de grondexploitatiegebieden wordt waar dat noodzakelijk is wel rekening gehouden met mogelijke planschadeclaims. De bevoegdheid om te beslissen over ingediende planschadeverzoeken ligt bij ons college.
Opbrengst toeristenbelasting | In de meerjarenbegroting is uitgegaan van een stijging van de opbrengst toeristenbelasting uitgaande van een stijging van het aantal overnachtingen. Het stimuleren van recreatie en toerisme is een speerpunt. Uit het verleden blijkt dat bij een neerwaartse conjunctuur het aantal overnachtingen daalt. Dit is een autonome ontwikkeling waar wij als gemeente geen invloed op hebben.
Verbindingsweg | In 2021 is een start gemaakt met de voorbereidingen voor de aanleg van de verbindingsweg in Milsbeek. In 2022 zijn de benodigde gronden aangekocht. Omdat het de verwachting is dat de bestemmingsplanprocedure bezwaren zal opleveren, is de exacte start van de aanleg niet aan te geven. Het opgenomen budget is gebaseerd op een kostenraming. Daadwerkelijke aanbesteding, die pas na vaststelling van het bestemmingsplan en uitwerking van de civieltechnische ontwerpen kan plaatsvinden, moet uitwijzen of dit bedrag marktconform is.
Bouwgrondexploitatie | Voor mogelijke risico’s in het kader van de bouwgrondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Voor deze risico's is de Algemene reserve grondexploitaties beschikbaar. Bij de bepaling van de minimale weerstandscapaciteit zijn deze risico’s niet meegenomen. De gemeente heeft nog een vordering op projectontwikkelaar Parkvisie Holding B.V. voor de betaling van een exploitatiebijdrage van voormalig grondexploitatie de Heikant. Voor dit risico is de Algemene reserve grondexploitaties beschikbaar. Deze vordering is wel opgenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. Inmiddels zijn er hernieuwde ontwikkelplannen voor terrein de Heikant. Door ontwikkelaar Parkvisie (CRA), grondeigenaar Dichterbij en de gemeente is eind 2021 een intentieovereenkomst afgesloten. In deze overeenkomst is de oude vordering nogmaals bekrachtigd door alle partijen. In 2023 worden nadere afspraken gemaakt over de afhandeling van deze vordering.
PAND VOORMALIG BRANDWEERKAZERNE | Het pand van de voormalige brandweerkazerne heeft in 2021 een gemeentelijke monumentenstatus gekregen. Het pand mag hierdoor niet meer gesloopt worden en is daarom uit het exploitatiegebied Gennepermolen gehaald. De toekomstige invulling/bestemming van het pand is nog onduidelijk. Afhankelijk van de beleidskeuze die hiervoor gemaakt wordt zal dit een financiële vertaling krijgen. Op dit moment is dit nog niet in te schatten.
INFORMATIEBEVEILIGING EN PRIVACY | We zorgen ervoor dat alle organisatorische, procedurele en technische beveiligingsmaatregelen geborgd zijn, zodat de continuïteit van ICT, informatie en informatievoorziening zijn gegarandeerd en eventuele gevolgen van beveiligingsincidenten beperkt zijn. 100% veiligheid bestaat niet. Recente problemen bij diverse gemeenten bewijzen dat en geven aan dat we alert moeten blijven.
BTW ONDERZOEK BELASTINGDIENST | In het najaar van 2022 is de belastingdienst een onderzoek gestart naar de aangiften omzetbelasting over 2021 en de opgaaf BTW Compensatiefonds 2021. Het onderzoek wordt in 2023 afgerond. Eventuele bevindingen kunnen leiden tot correcties en of het opleggen van boetebedragen.
b. Risico's voortvloeiend uit het beleid van hogere overheden
Algemene uitkering | Via het gemeentefonds of via specifieke uitkeringen worden rijksmiddelen aan gemeenten beschikbaar gesteld. Het gemeentelijk beleid is daarom gevoelig voor rijksmaatregelen die deze geldstromen betreffen. Vooral ten aanzien van de algemene uitkering is dit risico substantieel. Als het Rijk besluit te bezuinigen, betekent dit voor gemeenten dat de algemene uitkering lager wordt. Bij extra rijksuitgaven wordt de algemene uitkering hoger.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken is bezig met een herijking van het gemeentefonds. In onze meerjarenbegroting is de te verwachten nadelig effecten meegenomen. Het definitieve effect kan afwijken van deze verwachting.
In de afgelopen jaren zijn door het rijk bij december circulaire extra middelen beschikbaar gesteld. Door het late moment van beschikbaar komen kunnen ze in het boekjaar niet meer worden benut.
Door een aanpassing in de financieringssystematiek via de algemene uitkering ondervinden alle gemeenten vanaf 2026 een scherpe daling van de te verwachten inkomsten. De VNG benoemde dit als het "financiële ravijn" en vraagt het Rijk om tegemoet te komen aan de zorgen.
Omgevingswet | De structurele financiële wijzigingen die de Omgevingswet met zich meebrengt, zijn nog niet volledig inzichtelijk. De stelselwijziging heeft grote gevolgen voor digitalisering, processen en werkwijzen voor het opstellen en toepassen van regels (omgevingsplan) en de uitvoering (vergunningverlening, toezicht en handhaving). Vanaf de beoogde invoeringsdatum (1-1-2024) is er een overgangsfase waarin op basis van ervaringen dit duidelijker gaat worden. Ook ontstaat dan meer duidelijkheid over de effecten van nieuwe taken (bodem) en veranderingen rond leges (effecten Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen).
c. Risico's voortvloeiend uit samenwerkingsverbanden
Sociale werkvoorziening | De meerjarenbegroting voor de Sociale Werkvoorziening vraagt structureel om een gemeentelijke bijdrage. Deze bijdrage komt ten laste van de deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar (GR IWGM) en is als zodanig in de begroting van de gemeente verwerkt.
Per 1 januari 2023 is deze gemeenschappelijke regeling conform besluit van de raad beëindigd: per deze datum is de gemeente Gennep bestuurlijk verantwoordelijk geworden voor de stichting Intos.
Voor de uitvoering van de taken blijft het risico in grote lijnen identiek. Het risico betreft een extra overschrijding van het exploitatietekort, wat een extra gemeentelijke bijdrage zou betekenen. Uitgegaan wordt van een risico van 15% van de overschrijding van de jaarlijkse bijdrage.
d. Risico's voortvloeiend uit handelen van derden
Waarborgfonds Sociale Woningbouw | In het kader van de bruteringsoperatie heeft de gemeente Gennep het risico van de garantieverstrekking c.q. leningverstrekking aan woningcorporaties overgedragen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De gemeente fungeert naast de corporaties en het waarborgfonds als derde “achtervang”. Alleen als de bijdragen van de voorgaande twee partijen ontoereikend zijn, moeten Rijk en gemeenten op verzoek van WSW renteloze leningen verstrekken. Gemeenten lopen een minimaal risico.
Waarborgfonds Eigen Woningbouw | Het risico van garantieverstrekking in het kader van de Nationale Hypotheek Garantie is ondergebracht in het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Uit de liquiditeitsprognoses 2022-2027 van het WEW blijkt, dat voor de jaren waar de prognoses betrekking op hebben geen aanspraken zijn te verwachten op de achtervangfunctie van gemeenten. Vanaf 1-1-2011 is de achtervangfunctie voor gemeente vervallen en is er sprake van 100% rijksachtervang. De achtervangpositie van gemeenten geldt dus alleen voor hypotheekgaranties afgegeven voor 2011.
e. Risico's voortvloeiend uit voor de gemeenten niet te beïnvloeden ontwikkelingen
Renteontwikkeling | Door de voorgenomen investeringen moeten we in de toekomst één of meerdere nieuwe geldleningen afsluiten. Indien de rente op de geld- en kapitaalmarkt zich ongunstig ontwikkelt ten opzichte van het in de begroting opgenomen rentepercentage, dient rekening te worden gehouden met extra rentelasten voor de lening die afgesloten gaat worden. De ontwikkeling kan ook positief zijn als de rente zich gunstig ontwikkelt. De rente is stijgende. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met het aantrekken van € 10 miljoen aan leningen in 2024.
Corona virus | Begin 2022 was de Omnicron variant nog in omloop, maar het aantal besmettingen was vanaf januari gedaald naar een laag niveau. Scholen gingen weer open, vanaf maart volgden snel verdere versoepelingen. De ontwrichting van de maatschappij was daarmee achter ons. Maar we zullen moeten leren leven met het gegeven dat we een pandemie met ingrijpende maatschappelijke gevolgen niet kunnen voorkomen. Dat gegeven is reden om in deze paragraaf melding te maken van dit risico.
Economisch onzekere situatie | Er is sprake van schaarste aan materialen en aan mensen. Dit leidt tot een opdrijving van de aanbestedingen, maar heeft mogelijk ook effect op het realiseren van planningen. Deze aspecten zijn in combinatie met de loon- en prijsontwikkelingen een risico voor alle projecten, maar die in het fysieke domein in het bijzonder.
We hebben in 2022 gezien dat de prijsontwikkelingen zodanig fors zijn dat we eerdere besluiten tot investeringen opnieuw ter afweging aan de raad moeten voorleggen. Voor het MFA Heijen leidde dit tot een separate behandeling in de raad van een voorstel tot bijstelling van het eerder gevoteerde krediet. Vanuit het budgetrecht van de raad is het vanzelfsprekend om dit proces te doorlopen, ook als dat in die gevallen zorgt voor enige vertraging in de uitvoering.
We verwachten dat deze situatie nog zal aanhouden en dat we in de komende periode vaker bij de raad zullen moeten aankloppen in het kader van het budgetrecht.
De druk op de arbeidsmarkt zal wellicht iets afnemen de komende periode, maar de verwachting is dat het bemensen van onze organisatie de komende jaren blijvend om aandacht zal vragen.